IJsland, mijn IJsland... - Reisverslag uit Reykjavik, IJsland van Karen Gerritsen - WaarBenJij.nu IJsland, mijn IJsland... - Reisverslag uit Reykjavik, IJsland van Karen Gerritsen - WaarBenJij.nu

IJsland, mijn IJsland...

Door: Karen

Blijf op de hoogte en volg Karen

09 Augustus 2007 | IJsland, Reykjavik

Er begint langzaam iets te dagen, na een paar weken in IJsland – er komen lome, nevelige vragen bovendrijven, over het leven van Ierse monniken in de negende eeuw, die in een notendopje van een boot de woeste zeeën overstaken en zich hier tijdelijk of permanent vestigden, om hier in de winderige vlakten en bergen meer rust te vinden dan in hun eigen middeleeuwse Ierland, dat toch vast ook nog niet zo erg bevolkt was… ergens vlak aan zee vind je dan plotseling een eeuwenoude put die door dergelijke monniken is gegraven, delen van een oud walvisskelet zijn gebruikt als staketsel waar de emmer aan gehangen kan hebben… men zegt dat Sint Brandaan en Saint Patrick hier waren… Grote houten kathedralen en kloosters bouwden ze, maar alle middeleeuwse gebouwen zijn inmiddels weggewaaid, of omgevallen wegens aardbeving... resten van vijftiende eeuwse bisschopshuizen worden behoedzaam en met gepaste trots uitgegraven... vandaag zagen we een schilderij van de bisschop die de bijbel in het IJslands vertaald heeft en zo de taal hier heeft veiliggesteld...

Over Vikingen, die behalve woeste veroveraars, toch ook alle gewone menselijke trekken vertonen, zoals de man die twee berserkers (professionele vechters) uit Noorwegen had meegenomen als sterke huurlingen die moesten helpen op veroveringstochten. Thuisgekomen bleek een van de twee een oogje op zijn dochter te hebben en hij vroeg om haar hand. De man bedacht een list en liet hem een onmogelijke opdracht vervullen: een pad door het nabijgelegen veld vol lavaformaties zodat hij er niet langer omheen hoefde te rijden naar zijn broer toe. Tot zijn schrik maakten de berserkers korte metten met de lava en moest hij ze op aanraden van zijn opperhoofd, die ook een oogje op de dochter had, in de sauna opsluiten en ombrengen… Koddige verhalen worden hier en daar verteld over de Vikingen, en de bloeddorstige oude Sagen worden overal aangehaald, maar af en toe is er ook een vleugje van hun geloof en rituelen, hun heilige boek, een heilige berg (Helgafell), Yggdrasyl, de boom des levens, en over de manier waarop ze al eeuwen lang een gezamenlijk landsbestuur en rechtspraak voerden door jaarlijks bijelkaar te komen bij de kloof van Thingvellir. Hoe zou het zijn geweest als dit landsbestuur rond het jaar 1000 niet had besloten om het Christelijke geloof voor iedereen in IJsland te onderschrijven – om conflicten te voorkomen? Hoe zou het zijn om een land te zien dat tot in recenter tijden de invloed had ondervonden van dit zo heel andere oergeloof? Het oude geloof, Asatru, met de goden Odin/Wodan, Thor/Donar en Freyr en Freya is recentelijk weer van het stof ontdaan en heeft inmiddels weer rond de 1000 aanhangers (in een land van 300.000 inwoners, 8 priesters, en bouwt aan zijn eerste tempel in Reykjavik… Hoe zou het zijn als de Viking die als eerste Amerika ontdekt had, had gezorgd voor een kolonie, een handelsroute, een Noors geloof aldaar?

We beginnen iets te ontwaren van het karakter van de optimistische, weinig zorgelijke IJslanders die zich sensorische geneugten als warm water om buiten in te verblijven, en hangkjöt, een verrukkelijke gerookte lamsham (toch weer heel anders dan de carpaccio-achtige Faroerse houdbare lamsvariant), laten smaken terwijl ze nauwelijks gemotiveerd lijken om geld te verdienen alleen om het hebben – maar wat kun je er ook mee, hier in dit land, misschien een video huren, een biertje drinken (wat pas 18 jaar geleden gelegaliseerd is), een nieuwe boot kopen… uitgaansmogelijkheden zijn er niet, veel hebbedingen ook niet, veel concurrentie met “The Joneses” evenmin. Weinig stress denk ik, in dit land. Weinig luchtvervuiling, weinig mensen die je in de weg zitten. Weinig om je aandacht af te leiden van de zaken van het leven zelf. Zelfs in de “grote stad” Reykjavik was het niet anders, al konden we daar in de omgeving, toen ik de radio in een dolle bui aanzette op onze gebruikelijke zenders van thuis, plotseling onder de knop “radio 4” een prachtig klassiek concert ontvangen. Davy zei dat de zender zich zelf meldde met die tekst – en een poosje verkeerden we in de veronderstelling dat we naar de Nederlandse zender luisterden die de Britse Night of the Proms uitzond. Na een poosje bleek het BBC-worldservice te zijn op de IJslandse zender Radio 4 zat. Daar kun je snel aan verknocht raken zo buiten de bewoonde wereld. Maar al snel lieten we het ontvangstgebied van deze zender weer achter ons. En dat het niet allemaal gemakkelijk is in dit land bewees ook het feit dat in hetzelfde gebied de Anonieme Alcoholisten in hetzelfde gebied een zender bedienden. Met verbazing luisterden we naar urenlange uitzendingen van het begin van een conferentieweekend met Amerikaanse gasten. Indrukwekkend hoe een man vertelde dat hij nooit kinderen had willen hebben, maar nu hij niet dronk, kinderen had geadopteerd van een mede-alcoholiste die het niet redde tegen de drank. Hoe die kinderen met 3 en 5 jaar al wisten was “dronken” was en wat “bewusteloos” betekende, en dat je ’s morgens snel naar de keuken moest rennen als mamma bij zinnen was en roepen dat je honger had, anders kwam er die dag geen eten, omdat dan “dronken” en “bewusteloos” zouden gebeuren. Hoe de ene dochter nu bleek te lijden aan foetaal alcoholsyndroom en verschrikkelijke depressies en andere buien had, en door de politie in een dwangbuis uit school moest worden gehaald en waarschijnlijk, nog maar 9 jaar oud, moest worden opgenomen, terwijl hij haar juist beloofd had dat ze bij hen nooit meer weg zou hoeven. Zomaar een flard van wat mensen kan overkomen, die ons toewaaide door de ether. Omdat er niet gauw iets overheen komt in deze rustige wereld, blijft het me bij.

Het is nu vijf uur in de ochtend en ik ben zoals veel ochtenden wakker geworden en naar buiten geweest. Ineens zijn we in een andere, zwartwitte wereld. Donkere kliffen en eilanden met witte plekken sneeuw, donkergrijze zee oplopend naar witte nevel, donkere wolken met daartussen stralende lichte lucht – de zon is achter de onderste wolken opgegaan. Raven spelen met de stijgwinden en elkaar. Ik haalde mijn camera en kon het niet laten om in mijn wapperende dunne pyamaatje rondom de auto fotoos te gaan maken, in alle windrichtingen was er dit plotseling zo noordelijk aandoende landschap. De thermometer meet 7,7 graden. Dat is nog te doen, zeker na ons verrukkelijke zwembad van gisteravond – een buitenbad dat met vulcanische warmte op 28 graden wordt gestookt en daarnaast een stoombad en een warme “hotpot” waarin het gebruik is dat mensen een uurtje met elkaar zitten te praten – terwijl de regen rustigjes op hen neervalt en de buitentemperatuur ruim onder de 10 graden ligt. Af en toe ga je op de rand zitten om af te koelen, dan dompel je je weer onder, en eenmaal aangekleed ben je rozig en door en door verwarmd. Dat is heel wat anders dan de enige warme bron die we op Faroer zagen, waar we enthousiast met zwempakken en handdoeken naartoe klauterden, langs het grote rotsplateau waar al eeuwen jaarlijks de Faroerse rijdansen worden gedanst, om te ontdekken dat de poel ongeveer het formaat had van een ondiep afwasteiltje en een temperatuur van een graad of 15… (dat was heel wat warmer dan de zee van 8 graden, maar toch…).

We zitten in het Noorwestelijke fjordengebied, ook voor IJsland een van de meest afgelegen gebieden. Op de veerboot hiernaartoe hoopten we nog een dolfijn te zien en we bleven, dik ingepakt, ons ruim een uur op het hoge dek schrap zetten tegen het woeste slingeren, de overslaande golven en de stormachtige wind. Eenmaal beneden gekomen in de warme, veel rustiger deinende, passagiersruimte bleken we op de oude veerboot Kruiningen-Perkpolder te zitten, zo dacht Davy, en werden we begroet door Nederlandse opschriften en de vertrouwde cafetaria…

Je merkt dat hier in het noorden van het noorden de dorpjes oorspronkelijker overkomen, de natuur kaler en steeds meer Noord-Schots of zelfs Noord-Scandinavisch overkomt. De wind heeft nog meer dan elders vrij spel. Eergisteren waren we wat blij met onze regenbroeken, die ook tegen de harde wind goed weerstand bieden, terwijl we, samen met nog een vijftal toeristen, de stijle grassige kliffen beklommen, omdat we niet voor niets over een hobbelige wasbordweg het meest westelijke puntje van Europa wilden hebben bereikt. Even later bleek dat rit en klim de moeite waard waren geweest. Op nog geen meter afstand zaten de papapgaaiduikers de stormwind af te wachten, terwijl ze af en toe met hun onhandige bewegingen over de rand buitelden. En als je voorover ging liggen op een heerlijk zacht kussen van oplopend gras, dan kon je over de rand van de klif heen, vlak onder je, de alken en meeuwen met hun jongen zien zitten op kleine overstekende randjes met een paar sprietjes nestmateriaal – voor zover dat nog niet was weggewaaid… De vogels waren niet bang en lieten ons vlak in de buurt komen. We kregen een visitekaartje van een Duitse meneer die een “phantastic” IJslandfilm aan het maken was, voor op internet. Op de parkeerplaats aan het einde van de wereld ineens een keurig toiletgebouwtje – en ook opnieuw een kans om een paar campers van uiteenlopende pluimage te bekijken die hier rondtrekken. Een grote groengespoten truck herkenden we nog van toen we in de vallei met de warme rivier waren (dammetjes zorgden voor diepe badjes in een omgeving met alleen maar prachtige heuvels, gras, bloemen en stoompluimen). We hadden nog gelachen omdat hij stickers op zijn truck heeft geplakt met in 12 talen: inbreken heeft geen zin, gifgas komt vrij! We vroegen ons af wie dat zou geloven en toen we ditmaal uit de verte de truck weer zagen staan, riep Davy als een wat naïeve Amerikaanse toerist: “Aw, it’s the German with the portable gas chamber!”

Gisteravond heb ik een poosje fotoos gekeken van Landmannalaugar, het vulcanische gebied waar we in de eerste week van onze vakantie waren. Ongelofelijk dat dit in hetzelfde land is als het zwartwitte wereldje buiten mijn raam. Landmannalaugar is een en al kleur – rode en groene en oranje en zwarte en witte bergen, met stoom, en water en modder in allerlei kleuren, schitterend verstild landschap waar je uren naar kunt kijken, met soms pruttelende, stomende, kolkende hete bronnen die de verstildheid ontkennen. Andere herinneringen komen boven. Van de prachtige kerk in Skalholt, gebouwd op de plek waar de eeuwenoude kathedraal nog maar kortgeleden door een aardbeving ten onder ging. Skalholt is een dorpje dat bestaat uit 6 huizen, die kerk en een modern theologisch centrum. Ze organiseren in de zomer een goed bezochte concertserie. Een bijzondere plek – zouden we ons nou niet als Cantorij kunnen laten uitnodigen naar IJsland…? De muzikale man daar was onmiddellijk enthousiast… Als je aandacht niet is afgeleid door de veelheid van prikkels in het Nederlandse bestaan, kan de prachtige muziek van Handel, Teleman en Erlebach zo enorm sterk “binnenkomen” – en net als thuis na een concert zong mijn hoofd nog dagenlang flarden uit de muziek. Helaas is dat nu weer vervangen door het (aangepaste) themalied van deze vakantie waarvoor vaak aanleiding bestaat: “Ik heb je voor het eerst gekust, daar bij die waterval, daar bij die waterval…”

Gisteren maar eens de IJslandse dropproducten uitgeprobeerd. Anijs, salmiak, zoethout, soms wat zoetig of snoepig en tegelijk heel veel zout. Drop is hier nog belangrijker dan in Nederland. Hier presteren ze het om zelfs chocola met dropvulling, met chocola overtrokken droptoffees, en ijsjes met dropspetters erop te verkopen. De chocolade-droptoffees lustte Davy zelfs – er is goed aan te wennen als je bedenkt dat de chocola vooral naar vanille smaakt en de toffee vooral naar anijs. Toch doen dit soort uitwassen je eens te meer beseffen dat Amerika hier dichterbij is. Er loopt hier een scheur door het land die elk jaar verder uiteen wijkt – dat is de plek waar de continenten Europa en Amerika uiteendrijven. We hebben in de stromende regen de brug overgelopen van het ene naar het andere continent… Ook in de winkels blijkt dat IJsland halverwege tussen beide continenten ligt: de Hershey’s syrup, verse New Jersey Blueberries, en Lucky Charms cereal staan gebroederlijk naast de euroshopper-merken die we thuis ook bij Albert Hein kopen. Goudse kaas en een niet onverdienstelijke camembert maken ze hier in IJsland zelf – evenals een bijzonder melkprodukt, ergens tussen yoghurt en kwark in, dat skyr heet. In mijn enthousiasme probeerde ik om lactosevrije skyr te maken met behulp van een thermosfles en een pak lactosevrije melk van thuis, dat toch op moest… maar helaas, het werd eerder een soort wrongel en wei…



De stralend zonnige ochtend na mijn zo vroege zwartwitte ontwaken bracht een andere wending op ons pad. De auto startte moeilijk en de motor klonk raar. Bij de eerste berg zakte het vermogen helemaal weg… wat nu, er stond ons een fjordenrit voor de boeg waarin we minstens 200 km lang geen dorp van enige omvang zouden tegenkomen… we besloten 50 km terug te rijden naar het, volgens onze reisgids, zo verrassend cosmopolietische Isafjördur. Helaas, het bleek zondag te zijn in het Haringfeestweekend, waarin de winkels en bedrijven ook op de maandag gesloten zijn. Wat te doen… op een stralend zonnig veldje nabij de haven belden wij mondain met ons mobieltje naar de ANWB in Den Haag voor wegenwachtservice inzake onze reis- en kredietbrief. Na een aantal uren te hebben gewacht en nog eens gebeld, verscheen er een taxi – met startkabels. Een wat onverwachte service die we ook niet nodig hadden. Toch wist de ANWB de man ertoe te bewegen onder onze motorkap te kijken en de meest voor de hand liggende zaken na te gaan. De zaak bleek erg voor de hand te liggen – maar toch ook erg onverwacht: voor het eerst in 23 jaar hadden we de verkeerde brandstof bijgetankt. En onze dieselmotor had zich manmoedig 100 kilometer verhouden met een tank halfvol benzine… maar erg goed deed hij het er niet op. De taxichauffeur kon er verder niets aan doen en zei ons dat we moesten wachten tot dinsdag de garages weer open waren. Gelukkig had de achterbuurvrouw van de meneer bij de Tourist Information een gepensioneerde vader die al vanaf zijn 15e alles over motoren wist. Die kwam aanzetten in een heuse Amerikaanse Dodge-truck (“the best cars in the world”), met door een draadloze handboor aangedreven pompje met slangetje, waarmee we het foute brandstofmengsel in de tank van de Dodge konden pompen (want die liep op alles). Hij sleepte ons naar zijn botenwerkplaats (we mochten geen kilometer meer rijden van hem, want iedere kilometer kon de motor fataal worden), waar we de laatste liters vanuit een schuin gehesen auto in jerrycans konden aftappen nadat hij vergeefs zocht naar de ontkoppeling van de toevoerslang om ook de bodem van de tank te kunnen legen. Tenslotte sleepte hij ons weer naar het benzinestation – eh – dieselstation, waar we met credit card de tank weer konden vullen. Terloops constateerde hij nog dat we onvoldoende motorolie hadden en ook daarvoor reed hij nog even op en neer. Hij wilde er maar een schijntje voor hebben, we gaven hem twee schijntjes en wat waren we blij met hem, en met zijn dochter en kleinzoon, die ons hem hadden gebracht en erbij waren gebleven om te helpen en te vertalen – en omdat het spannend was. De dochter vertelde ons overigens dat er toch wel wat mensen waren in IJsland die alleen op geld uit waren. Maar die vond je alleen in Reykjavik; die gingen dan shoppen in New York…. Een verloren dag – die eigenlijk meer aanvoelde als een avontuur, een rustdag in de zon, en ontmoetingen met veel lieve mensen… en die nog een staartje had, want twee dagen later gingen alle dashbordlampjes ineens om de beurt branden – en was de accu duidelijk tanende. Na een keer overstarten vanuit een andere auto hielden we de motor draaiende tot we bij een garage waren, die ons snel hielp een (bij de zoektocht naar de tanktoevoer) losgeraakt draadje te vervangen. Maar ja, nou brandt het acculampje nog af en toe… wellicht moest die eerst weer helemaal geladen worden. Maar nee, ook de koolborstels moesten eraan geloven. Tussenin snort het autootje ons netjes van garage naar garage – maar laten we hopen dat het nu hierbij blijft!

Nu eerst eens op naar de volgende plekken – zeehondenkolonies waar je ook kleintjes kunt zien, een uitgestorven dorp, een warme bron aan het strand, en dan “het Parijs van het noorden”…

We hebben nog 9 dagen te gaan in dit bijzondere land. Ben benieuwd wat het ons nog meer gaat brengen…

Liefs,

Karen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: IJsland, Reykjavik

Mijn eerste reis

Hier schrijf ik later misschien iets over mijzelf.

Recente Reisverslagen:

24 Februari 2009

Indianen en zand

16 Februari 2009

Geslaagd!

02 Februari 2009

We zijn er weer!

22 Augustus 2008

Rare jongens, die Engelsen!

17 April 2008

fotoos!
Karen
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 352
Totaal aantal bezoekers 33674

Voorgaande reizen:

01 Januari 2009 - 31 December 2009

India Nepal herfst 2009

22 April 2009 - 23 December 2009

Duitsland 2009

22 April 2009 - 23 April 2009

Canada en USA 2009

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: