En verder... - Reisverslag uit Reykjavik, IJsland van Karen Gerritsen - WaarBenJij.nu En verder... - Reisverslag uit Reykjavik, IJsland van Karen Gerritsen - WaarBenJij.nu

En verder...

Door: Karen

Blijf op de hoogte en volg Karen

15 Augustus 2007 | IJsland, Reykjavik

We verlaten nu IJsland en varen met de boot naar de Shetland-eilanden, waar ik hoop dat de Britse cultuur en de warmte van de Europese golfstroom ons zullen verwelkomen. De laatste dagen op IJsland leek de herfst al aardig in te treden. De bosbessen waren rijp (en smakeloos), de blaadjes verkleurden al, het gras verkleurde naar geel, in het binnenland valt sneeuw, en de nachten hebben inmiddels toch echt donkere uren, het regent en waait, maar af en toe lacht Jantje nog steeds, met regenbogen als gevolg. De temperatuur ligt rond de 5 graden, en bedsokken, extra dekbed, dubbele wollen truien en mutsen houden ons meestal verrukkelijk warm – benevens de uitstekende verwarming van onze auto, vele kopjes thee, en de diverse warme bronnen en hete baden in het zwembad natuurlijk.

Nog een handvol ervaringen en gedachten over de laatste weken hier: een vismeelfabriek aan de kust in Siglufjordur, waar we zagen hoe de mannen te kap’ren voeren en de meiden aan wal de haring razendsnel kaakten, in zout rolden en in vaatjes legden. Een deel van de haring werd linea recta verwerkt in de fabriek tot kostbare visolie en vismeel (voor dierenvoeding en mest). Wat een geurige omgeving! We zagen hoe de medewerkers vroeger gevieren kleine houten en zeer brandgevaarlijke kamertjes deelden boven de tonnenwerkplaats. Nylonkousen droogden aan een hangertje, een ouderwetse radio stond in het keukentje, een poster van Elvis… en dikke waterdichte schorten en lange laarzen die aan het eind van de dag werden schoongespoten en in een apart kamertje te drogen gehangen.

Davy ontdekte de Ptarmigan en vanaf dat moment heet iedere vogel die we vinden een ptarmigan (sneeuwhoen in het Nederlands, we konden er al niet opkomen (geen wonder) maar mijn moeder zocht het voor ons op). Wat voor vogel is dat? Een ptarmigan!

Een paar dorpjes verderop kwamen we bij het emigratiecentrum IJsland. Het staat me niet meer helemaal bij waarom het emigratiecentrum in die noordelijke uithoek moest zitten… maar duidelijk werd dat duizenden mensen vooral aan het eind van de negentiende eeuw het leven in IJsland erg moeilijk vonden en besloten naar verre oorden te vertrekken. Tot mijn verrassing was de allereerste vermelding van redenen waarom IJslanders besloten te vertrekken (naar Amerika) dat ze bekeerd waren tot Mormoon! Er waren ook veel andere redenen, zoals armoede en weinig kansen in eigen land, of de hang naar het grote avontuur. Ik genoot vooral van de vele persoonlijke verhalen zoals dat van de vrouw die als meisje van 10 in de lange lichte nacht voor haar vertrek een heuvel bij hun huis had beklommen en de grond had gekust en beloofd had er ooit weer terug te keren – wat haar 62 jaar later gelukt was! Ze vond het nieuwe vooruitzicht ook wel erg spannend – en bleek zich bij aankomst niet gerealiseerd te hebben dat ze in Amerika een andere taal spreken! En de man die een brief naar huis schreef vanaf de eerste stop, Glasgow, dat hij bomen gezien had, zo hoog, dat was onvoorstelbaar, en paarden die zo groot waren dat hij rechtop onder hun keel kon staan! En de vrouw die op de boot naar Amerika tinnen borden uitgereikt kreeg voor haar gezin, maar niet duidelijk kon maken dat een van haar zoons en haar man even weg waren – zodat een van de twee de rest van de reis uit de nieuwe waskom heeft moeten eten! Verdrietige verhalen van kinderen die de lange reis niet overleefden en ook vele IJslanders die op de boot zomaar een zonnesteek opliepen… Fotoos waren er ook, en daaruit bleek nog het vreemdst, dat de mensen in IJsland in hutten van hout en gras en zoden woonden en van daaruit vertrokken, terwijl in de rest van de wereld al treinen reden en de wereld al veel herkenbaarder was.

In Dalvik was het dorp in vissersthema versierd en hingen bij de haven door schoolkinderen getekende vissenslingers. Het bleek dat weekend feest te zijn: op vrijdagavond kon je in ieder huis van het dorp aankloppen om zelfgekookte vissoep te eten, en op de zaterdag kun je allerlei vishapjes gratis proeven. Davy kreeg er uitgebreid uitleg over en zag ook een foto van voorgaande jaren – de straat zag zwart van de mensen… dezelfde mensen voor dit weekend zagen we in drommen komen aanrijden met alle soorten en maten campers en caravans om het er eens lekker een weekendje van te nemen! (Helaas, wij moesten door – en hadden ook niet echt zin om ons door de mensenmassa’s door te vechten voor een hapje vis – maar een leuk idee vond ik het wel!)

Akureyri, het Parijs van het Noorden… bleek een zwoele 21 graden warm te zijn, een leuk winkelstraatje te bevatten en een brave kerk te hebben van dezelfde architect als de bekende Halgrimskerk in Reykjavik. Interessant detail is dat er een raam uit de in de tweede wereldoorlog verwoeste Coventrykerk in deze kerk aanwezig is. Voor de oorlog hadden vooruitziende mensen de prachtige glas-in-loodramen van de Engelse kerk verstopt, en nadat de oorlog voorbij was en de kerk verwoest, zijn de ramen verkocht aan IJslanders die het maar wat exotisch vonden om in hun kerk een raam dat van zo ver weg kwam te kunnen inbouwen.

In Olafsvik wandelden we de hoofdstraat door met gezellige kleurige houten huisjes, en belandden in het kerkje. We raakten aan de praat met een meneer die op het punt stond daar een orgelconcertje te geven, dat deed hij iedere woensdagavond. Publiek: 4 man en ik was de paardekop. Al gauw klonk een zeer gevarieerd programma (van langzaam – want moeilijk – en zonder al te veel gevoel gespeelde Bachstukjes tot en met gezellige honky-tonk en Land of Hope and Glory…). De organist liet me achteraf zien dat het orgel waar hij op speelde digitaal was – met een enorme batterij boxen achter de speeltafel waar heel verdienstelijke orgeltonen uitkwamen. Hij vertelde me dat de enorme kerk in Ivoorkust ook een digitaal orgel had omdat het klimaat daar zodanig was dat een gewoon orgel al gauw zou bezwijken… en hij vertelde dat hij driemaal in Nederland was geweest: in de Kempervennen en in de Huttenheugte… bungalowparken van Grandorado!

Uiteindelijk kwamen we, als laatste, en wat teleurstellend, “hoogtepunt” bij het plotseling heel drukke gebied Myvatten (letterlijk: het muggenwater). Muggen waren er, zoveel dat we dankbaar gebruik maakten van onze uit Alaska meegenomen muggenhoeden. En water was er ook, het viel uit de lucht en stond in het meertje en trok op in de vorm van mist… extra lange middagdutjes hielpen de tijd verdrijven terwijl het goot, en tussen de buien door ploeterden we door knalgele modder van vulcanische modderpoel naar lavaveld, van krater naar boswandeling. Als lava bij een uitbarsting door de lucht geslingerd wordt, lijkt het in gedroogde vorm soms net op een schep chocolademousse – of cakebeslag… Maar het grootste deel van de lavawoestijn is zwart – zwart zand, zwarte rotseformaties, kraters met wanden van zwart grind… Op een van de paden keken we beiden verrast op, want daar stond een man die als twee druppels water op Lex leek, zijn bergschoen vast te maken. Wat was het hartverwarmend om hier een beeld te hebben van hoe Lex er vrolijk en fit uit had kunnen zien, hoe hij hier tevreden rondwandelde met een in goede kwaliteit sportjack gehulde bolle buik en een gezellig baardje… het bleek een Duitser te zijn die bij de grens van Oostenrijk woonde en ook een klein mondje Nederlands sprak… Christoph was zijn naam… Wij liepen mijmerend verder en genoten van het dit beeld waarbij de Lex van vroeger weer helemaal terugkwam (zoals hij nu had kunnen zijn) en de beelden van zijn ziekbed minder allesbepalend werden…

Gisteren hebben we het Bos van IJsland bezocht. Een fanatieke bioloog heeft rond 1900 wat verschillende dennen geplant, het werk is voortgezet en uitgeroeid tot een heus arboretum, waar de bomen hoog zijn en naambordjes dragen. Om het arboretum heen, is inmiddels een bos aangeplant dat groot genoeg is om vele uren in te wandelen. De bomen zijn hoog genoeg om je echt in een bos te wanen, al gaat nog steeds het grapje: wat moet je doen als je de weg kwijt bent in een IJslands bos? Antwoord: opstaan! Want er zijn hier in het grootste gedeelte van het land alleen bomen die kniehoog – of gewoon geheel afwezig zijn. Arctische kruipwilgen van enkele centimeters hoog, vreemd genoeg met wilgenkatjes die wel 10 cm lang kunnen worden… Komisch is ook hoe alle picknickplaatsen langs de weg keurig aangeduid worden met een bordje waarop een tafeltje onder een denneboom staat – maar meestal staat de, windvast en dus stevig uitgevoerde, picknicktafel moederziel op een kale vlakte – tot Davy’s grote tevredenheid mét uitzicht! (In Amerika is het nogal eens gebruik om voor de uitzichtspunten hoge bomen te laten opschieten zodat het uitzicht daarachter verdwijnt). Het leven is beïnvloed door deze afwezigheid van bomen en vele andere gewassen – de belangrijkste sport hier lijkt golf te zijn, en in de obscuurste uithoeken van het land vind je telkens nog weer een golfbaan. Volgens mij kun je hier een maand op vakantie en elke dag op een andere baan spelen. Schapen en paarden gedijen ook goed op gras, koeien wat minder (is het hier te koud?). Maar kippen zie je nauwelijks – niet bij de boerderijen en niet in de supermarkt – er groeit hier geen kippenvoer! Wel groeit er op vele plaatsen nog een graanachtig gras, overgebleven van de graanveldjes van de Vikingen indertijd.

De auto functioneert weer naar behoren – het bleek dat de koolborstels in de electrische generator gewoon versleten waren – alweer een minpuntje voor de Fordgarage Utrecht dat ze die niet tijdig hebben vervangen – en wij zijn ons weer eens bewust hoe handig electra in de auto is – vooral voor het starten en de verlichting, maar verder ook voor het opladen van camerabatterijen (en andere batterijen), om de computer aan de praat te houden (waar we momenteel onze fotoos op opslaan en mee op CD’s branden), en om met ons trouwe waterkokertje tijdens het rijden theewater op te warmen – en wat zijn wij nou zonder thee! Waarom de koolborstels nou versleten waren precies op het moment dat we ook benzine in de dieselmotor hebben gegooid is niet helemaal duidelijk – maar waarschijnlijk zijn de laatste millimeters koolborstel weggesleten tijdens de lange ritten op hobbelige, onverharde wegen van de dagen daarvoor.

Morgen varen we weg – nog eenmaal een blik op de IJslandse kust waar de vuurtorens als kleine feloranje geverfde moskeetjes op de punten staan, de meeuwen en alken en puffins de rotsen decoreren met witte kanten schilderijtjes, de zee, als we geluk hebben, nog een zeehondje laat zien (en hopelijk niet al te hoge golven!).

Benieuwd hoe het aldaar zal zijn!

Liefs,

Karen

(en dubbele groetjes van Davy)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: IJsland, Reykjavik

Mijn eerste reis

Hier schrijf ik later misschien iets over mijzelf.

Recente Reisverslagen:

24 Februari 2009

Indianen en zand

16 Februari 2009

Geslaagd!

02 Februari 2009

We zijn er weer!

22 Augustus 2008

Rare jongens, die Engelsen!

17 April 2008

fotoos!
Karen
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 257
Totaal aantal bezoekers 33676

Voorgaande reizen:

01 Januari 2009 - 31 December 2009

India Nepal herfst 2009

22 April 2009 - 23 December 2009

Duitsland 2009

22 April 2009 - 23 April 2009

Canada en USA 2009

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: