Shetland, Orkney, Schotland, Engeland... - Reisverslag uit Londen, Verenigd Koninkrijk van Karen Gerritsen - WaarBenJij.nu Shetland, Orkney, Schotland, Engeland... - Reisverslag uit Londen, Verenigd Koninkrijk van Karen Gerritsen - WaarBenJij.nu

Shetland, Orkney, Schotland, Engeland...

Door: Karen

Blijf op de hoogte en volg Karen

30 Augustus 2007 | Verenigd Koninkrijk, Londen

En toen… kwamen we met de boot aan in het beloofde land. Het landschap was nog even bomenloos als in het hogere noorden, maar onmiskenbaar was het hier Anders. Al op de nachtelijke weg van de boot af zagen we in Lerwick, verlicht en verwelkomend, liefst twee tandoori restaurants en twee fish en chips shops die voor ons nog open waren. Donker en kampeerplek was er genoeg – en in het ochtendlicht bleek dat hier de heuvels bedekt waren met veen en heide, naast de auto stond een grote paarse Schotse koningsdistel. Er graasden hier schapen van een heel ander soort – dik, en stevig, vlezig en vol zelfvertrouwen. Een vlotte ochtendwandeling bracht me bij zo’n typisch Britse clay shooting range (kleiduiven), helaas in de lucht ook vele minimugjes die we op IJsland zo gevreesd hadden maar slechts eenmaal gezien – ramen stijf dichthouden ’s nachts en wapperen of doorlopen als je buiten bent! Warm was het, je kon zomaar in een t-shirt buiten lopen en in de nacht was de extra slaapzak niet nodig, zelfs zonder was het aan de warme kant! We dachten nog dat Shetland wellicht wat soberder en nuchterder van sfeer zou zijn dan Engeland… maar de winkelstraat oogde net als iedere andere in het Britse rijk, de bakker verkocht er gewoon de eccles buns en de scones en pies van overal. Wij raakten vanaf de eerste dag, geruisloos en onherroepelijk, ernstig verslaafd aan de Triple Chocolate Chip koekjes van Somerfields – zoiets had je niet op IJsland! En toen we overdag in Lerwick de eerste tweedehands winkel voor de zielige hondjes wilden betreden, moesten we even op de stoep wachten omdat de vier dames op hoge leeftijd die er die ochtend werkten, eerst een brandoefening moesten afronden (een van de vier liep keurig met een map waarop de instructies stonden). We waren weer “thuis” en grinnikten binnensmonds.

De tijd stond nog wat stil zo noordelijk in het Britse rijk, dat wel. Er waren nog van dergelijke charity shops te vinden die hun boeken verkochten voor 10 of 20 pence per stuk, die blij waren als je kwam. In Aith vertelden de medewerksters ons trots, dat hun winkel wel 40,000 pond per jaar opbracht en ze lieten ons een lijst zien van plaatselijke goede doelen die geld van hen hadden ontvangen. We verlieten de winkel met 80 boeken, onder uitbundig afscheid van de dames. Verder zuidelijk in Schotland was het wel anders: we hoorden in een andere charity shop dat zo’n winkeltje tegenwoordig evenveel op kan brengen als een andere winkel op de High Street (bijvoorbeeld een miljoen pond per jaar omzet – maar hogere kosten aan deels betaald personeel e.d.). De prijzen lijken overal enorm opgetrokken, onder invloed van het voorbeeld van de winkels van Oxfam. Het levert meer op, en resulteert in keurige, goed verkopende boeken op de plank en kleding aan het rek en het weggooien van 80% van de aangebrachte donaties, containers vol zagen we. Slecht voor het milieu, was Davy’s conclusie. Jammer ook voor ons persoonlijke inkoopbeleid – we moeten nieuwe wegen gaan zoeken. Maar lezen de jongeren van tegenwoordig nog wel een boek? En zelfs ouderen, die gaan toch niet méér lezen als de boeken goedkoper zijn? Zijn boeken nog wel zo makkelijk te verkopen? Of is het werkelijk een aflopende zaak voor alleen de middelbaren en ouderen onder ons…?

De jongedames bij de tourist information in Lerwick stuurden ons naar het grote jaarlijkse evenement waar ze zelf zo graag zouden zijn die dag: The Big Bannock. Aldaar wordt in een grote oven een enorme bannock gebakken, een soort zoutig scone-broodje. Wij waren er toen de bannock klaar was: The bannock’s oot!! meldde men elkaar (Davy, herhaalde het nog dagenlang) en daar werd hij triomfantelijk binnengedragen en onder de wachtenden verdeeld, besmeerd met de boter van de die ochtend gehouden karnwedstrijd. Verder waren er nog festiviteiten als de handploeg-race (met kleine bezineploegjes over een parcours met bochten en slootje waar je nat werd gespoten door teams met brandslangen), een lancering van een Doctor Who-achtige maanraket en neerkomen van heuse maanlander met maanmannetjes, barbecue en drinken en dansen tot wel 3 uur ’s nachts!!

De tocht ging verder, de eilanden door. Het veen bleek vennen te hebben met zwanen en waterlelies. Mist en regen vielen, daartussen zon en wind. Opnieuw een boottocht bracht ons naar de Orkney-eilanden. Het stadje Kirkwall heeft een prachige rode zandstenen kathedraal waar ik meteen wilde gaan wonen. Die avond was er in de kapel van het bijbehorende centrum een concert met een echt verdienstelijk koor uit Newcastle. Ik noteerde Convivando, van de mexicaanse Zespedes, als mogelijkheid voor ons eigen kerstelijke koor. En toen de sopraan Nulla in Mundo van Vivaldi ging zingen, vertelde ze in een vermakelijk intropraatje hoe Vivaldi de priester zijn meeste tijd componerend had doorgebracht, vooral ook met motetten voor tijdens de communie, die overal over konden gaan. Deze was ongebruikelijk, omdat de naam Jezus erin werd genoemd(!) Maar toen… begon ze over de film The Shining, waarin een verwarde pianist voorkomt die op en trampoline steeds hoger en hoger springt – terwijl hij niets anders aanheeft dan een regenjas… en of we dat beeld dan maar willen vergeten terwijl ze zingt. (Probaat middel om binnenpretjes af te dwingen bij de steeds hogere uithalen van het stuk dat ze zong).

Ook op Orkney een Italiaanse kapel, gebouwd door Italiaanse krijgsgevangenen tijdens de tweede wereldoorlog. Die waren ingezet om dijken tussen de eilanden te leggen zodat er niet meer zoveel schepen zouden vergaan. In hun vrije tijd bouwden ze zo’n halfronde schuur van golfplaat met eenvoudige middelen om tot een prachtige katholieke kapel, zodat ze eindelijk een plek hadden voor hun geloof. Op een ander eiland kwamen we bij een dorp uit de steentijd dat onder het zand vandaan was gekomen. Stenen huizen met stenen kasten en bedbakken – fascinerend om te zien dat het er nog is, na misschien wel 5000 jaar. Het lag op het terrein van het grote huis van een Schotse Laird, waar we ook mochten rondkijken naar de prachtige kamers, en de Laird himself op de trap tegenkwamen terwijl hij zijn bezoekers vertelde over de afgenomen jachtmogelijkheden en het onderhouden van de wildstand…

Een volgende boot bracht ons in de buurt van John o’ Groats, het noordelijkste dorpje op het vasteland van Schotland. Nadat we obligaat onszelf hadden gefotografeerd onder het bordje, vroeg een fietser ons of we hem ook wilden fotograferen… en drukte niet een camera, maar alleen een geheugenkaartje in mijn handen! Dat is nog eens lichte bepakking!

En hier begonnen dan eindelijk de bomen weer. Slordig eigenlijk, van die hoge plukken groen in je landschap. Ook de bloemen en struiken werden steeds uitbundiger – en slordiger. Zelfs de openbare toiletten werden, na vele weken zulke gastvrije plekken te hebben gevonden, onder steeds meer populatiedruk allengs minder keurig.

We ontdekten in Wick voor het eerst in 8 weken weer een (grote) supermarkt – en troffen meteen een mega-ASDA – een enorm gebouw, onderdeel van de Wal-mart familie, met kleding, nonfood, en heel veel voedselprodukten – zoveel keus, zoveel licht en warmte, een soort paradijs – maar wel een plek waar ik eens te meer kon zien hoe teveel keus onrustig kan maken, en hebberig, en je kan doen vergeten wat je (slechts) nodig hebt. In elk geval kocht ik er broeken. Want die waren goedkoop en deze vakantie had ik er twee versleten. En afgeprijsde teenslippertjes. En niet al te veel eten want de prijzen waren hier eindelijk laag genoeg om weer gezellig uit te kunnen eten – dus dat doen we tot het eind van de vakantie elke dag. Davy ontdekt dat het bij de Wetherspoons pubs nog goedkoper is dan in Spanje – twee verrukkelijke maaltijden voor 5,99 (een euro of 9) en voor 60 p nog een halve liter orange squash erbij te drinken…

We genoten nog even van de botanische tuin met de prachtige ouderwetse kassen en een winkelstraat in Glasgow, en bezochten nog eenmaal het door de ontwerper MacIntosh gebouwde Hill House in Helensburgh.

Zomaar stuitten we ook op het dorpje New Lanark, en omdat het wereld-erfgoedstatus had gekregen, gingen we kijken. Het bleek een katoenspinnerij te zijn waar Robert Owen de beginselen van de vakbonden en de fatsoenlijke omgang met de arbeiders had gelegd: de kinderen mochten naar school, er was een ziekenfonds, een goedkope winkel, en fatsoenlijke huizen tegen een lage huur (evengoed nog zes mensen in een kamer zonder stromend water, maar zo was het in die tijd). Leuk dat het hele complex nog min of meer onaangetast te bezichtigen is. Robert Owen heeft ook in Amerika een dorp gehad, New Harmony in Indiana, waar hij nog idealistischer te werk wilde gaan. Daar werden we ook niewsgierig naar. Misschien een volgende keer…

Nu eerst onderweg naar de bovenkant van Newcastle, waar de boot naar Nederland vertrekt. Een luxe tweepersoons hut dit keer. Met lakens en dekens, dat scheelt gesleep.

Nederland gloort…

Liefs,

Karen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Verenigd Koninkrijk, Londen

Mijn eerste reis

Hier schrijf ik later misschien iets over mijzelf.

Recente Reisverslagen:

24 Februari 2009

Indianen en zand

16 Februari 2009

Geslaagd!

02 Februari 2009

We zijn er weer!

22 Augustus 2008

Rare jongens, die Engelsen!

17 April 2008

fotoos!
Karen
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 629
Totaal aantal bezoekers 33680

Voorgaande reizen:

01 Januari 2009 - 31 December 2009

India Nepal herfst 2009

22 April 2009 - 23 December 2009

Duitsland 2009

22 April 2009 - 23 April 2009

Canada en USA 2009

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: